Richtlijn 2006/43/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) | Artikel 1 wordt vervangen door: “Artikel 1 Onderwerp Deze richtlijn stelt regels vast voor de wettelijke controle van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen en de assurance van jaarlijkse en geconsolideerde duurzaamheidsrapportering.”. |
2) | Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) | Artikel 6 wordt vervangen door: “Artikel 6 Scholing 1. Onverminderd artikel 11 kunnen natuurlijke personen slechts worden toegelaten tot het uitvoeren van wettelijke controles wanneer zij, na het niveau te hebben bereikt om tot een universiteit te worden toegelaten of een gelijkwaardig niveau, een theoretische opleiding en een praktijkopleiding hebben gevolgd en geslaagd zijn voor een door de betrokken lidstaat georganiseerd of erkend vakbekwaamheidsexamen van hetzelfde niveau als het eindexamen voor een universitaire opleiding, of gelijkwaardig niveau. 2. Een natuurlijke persoon kan, naast de in lid 1 van dit artikel bedoelde toelating om wettelijke controles van jaarrekeningen uit te voeren, worden toegelaten om de assurance van duurzaamheidsrapportering uit te voeren wanneer is voldaan aan de aanvullende specifieke vereisten van artikel 7, lid 2, artikel 8, lid 3, artikel 10, lid 1, tweede alinea, en artikel 14, lid 2, vierde alinea, van deze richtlijn. 3. De in artikel 32 bedoelde bevoegde autoriteiten werken met elkaar samen om te komen tot convergentie van de in dit artikel gestelde vereisten. Bij hun samenwerking houden die bevoegde autoriteiten rekening met de ontwikkelingen in de auditpraktijk en binnen het auditberoep, en met name met de convergentie die al door het beroep is bereikt. Zij werken samen met het Comité van Europese auditorstoezichthouders (Committee of European Auditing Oversight Bodies — Ceaob) en de in artikel 20 van Verordening (EU) nr. 537/2014 bedoelde bevoegde autoriteiten voor zover deze convergentie betrekking heeft op de wettelijke controle en de assurance van duurzaamheidsrapportering van organisaties van openbaar belang.”. |
4) | Artikel 7 wordt vervangen door: “Artikel 7 Vakbekwaamheidsexamen 1. Het in artikel 6 bedoelde vakbekwaamheidsexamen biedt de garantie dat de noodzakelijke theoretische kennis van de vakgebieden die voor de wettelijke controle van jaarrekeningen van belang zijn, aanwezig is en bij de uitvoering van deze controle in de praktijk kan worden gebracht. Dit examen moet ten minste één schriftelijk gedeelte omvatten. 2. De wettelijke auditor kan ook worden toegelaten tot het uitvoeren van de assurance van duurzaamheidsrapportering indien het in artikel 6 bedoelde vakbekwaamheidsexamen de garantie biedt dat de noodzakelijke theoretische kennis van de vakgebieden die voor de wettelijke controle van jaarrekeningen en de assurance van duurzaamheidsrapportering van belang zijn, aanwezig is en bij de uitvoering van die controle in de praktijk kan worden toegepast. Dat examen moet ten minste één schriftelijk gedeelte omvatten.”. |
5) | Aan artikel 8 wordt het volgende lid toegevoegd: “3. Teneinde voor de wettelijke auditor ook toegelaten te worden tot het uitvoeren van de assurance van duurzaamheidsrapportering, heeft de toetsing van de theoretische kennis als bedoeld in lid 1 tevens betrekking op ten minste de volgende vakgebieden:
|
6) | Aan artikel 10, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd: “Teneinde voor de wettelijke auditor of de stagiair ook te worden toegelaten tot het uitvoeren van assurance van duurzaamheidsrapportering, betreft ten minste acht maanden van de in de eerste alinea bedoelde praktijkopleiding de assurance van jaarlijkse en geconsolideerde duurzaamheidsrapportering of andere duurzaamheidsgerelateerde diensten.”. |
7) | Artikel 12 wordt vervangen door: “Artikel 12 Combinatie van praktijkopleiding en theoretische opleiding 1. De lidstaten kunnen bepalen dat de periodes waarin een theoretische opleiding op de in artikel 8, leden 1 en 2, bedoelde vakgebieden werd gevolgd, bij het in artikel 11 genoemde aantal jaren beroepswerkzaamheden worden opgeteld, mits die opleiding met goed gevolg is afgerond met een door de lidstaat erkend examen. Die opleiding moet ten minste één jaar duren en mag voor maximaal vier jaar in mindering worden gebracht op het aantal jaren beroepswerkzaamheden. 2. De duur van de beroepswerkzaamheden en de praktijkopleiding samen mag niet korter zijn dan de duur van de bij artikel 10, lid 1, eerste alinea, voorgeschreven theoretische opleiding en praktijkopleiding samen.”. |
8) | Aan artikel 14, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd: “Teneinde voor de wettelijke auditor ook te worden toegelaten tot het uitvoeren van de assurance van duurzaamheidsrapportering, wordt de in de eerste alinea bedoelde proeve van bekwaamheid beoordeeld of de wettelijke auditor voldoende kennis heeft van de wet- en regelgeving van de lidstaat van ontvangst, voor zover deze relevant is voor de assurance van duurzaamheidsrapportering.”. |
9) | Het volgende artikel wordt ingevoegd: “Artikel 14bis Wettelijke auditors die vóór 1 januari 2024 zijn toegelaten of erkend en personen die de toelatingsprocedure voor wettelijke auditors op 1 januari 2024 doorlopen De lidstaten zien erop toe dat wettelijke auditors die vóór 1 januari 2024 zijn toegelaten of erkend voor het uitvoeren van wettelijke controles van jaarrekeningen, niet vallen onder de vereisten van artikel 7, lid 2, artikel 8, lid 3, artikel 10, lid 1, tweede alinea, en artikel 14, lid 2, vierde alinea, van deze richtlijn. De lidstaten zorgen ervoor dat de vereisten van artikel 7, lid 2, artikel 8, lid 3, artikel 10, lid 1, tweede alinea, en artikel 14, lid 2, vierde alinea, van deze richtlijn niet gelden voor de personen die de in de artikelen 6 tot en met 14 bedoelde toelatingsprocedure op 1 januari 2024 doorlopen, mits zij die procedure uiterlijk op 1 januari 2026 voltooien. De lidstaten zien erop toe dat wettelijke auditors die vóór 1 januari 2026 zijn toegelaten of erkend en die de assurance van duurzaamheidsrapportage willen uitvoeren, de nodige kennis inzake duurzaamheidsrapportage en de assurance van duurzaamheidsrapportering verkrijgen, met inbegrip van de in artikel 8, lid 3, genoemde vakgebieden, via de in artikel 13 bedoelde permanente scholing.”. |
10) | Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
|
11) | Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
|
12) | Artikel 24ter wordt als volgt gewijzigd:
|
13) | Artikel 25 wordt vervangen door: “Artikel 25 Audit- en assurancehonoraria De lidstaten zorgen ervoor dat er adequate regels bestaan die bepalen dat de honoraria voor wettelijke controles van jaarrekeningen en de assurance van duurzaamheidsrapportering:
|
14) | De volgende artikelen worden ingevoegd: “Artikel 25ter Beroepsethiek, onafhankelijkheid, objectiviteit, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim met betrekking tot de duurzaamheidsrapporteringsassurance De vereisten van de artikelen 21 tot en met 24 bis met betrekking tot de wettelijke controle van financiële overzichten zijn van overeenkomstige toepassing op de assurance van duurzaamheidsrapportering.”; Artikel 25quater Verboden niet-controlediensten wanneer de wettelijke auditor de assurance van duurzaamheidsrapportering van een organisatie van openbaar belang uitvoert 1. Een wettelijke auditor die of een auditkantoor dat de assurance van duurzaamheidsrapportering van organisaties van openbaar belang uitvoert en ieder lid van een netwerk waartoe de wettelijke auditor of het auditkantoor behoort, mag direct noch indirect de in artikel 5, lid 1, tweede alinea, punten b, c) en e) tot en met k), van Verordening (EU) nr. 537/2014 bedoelde verboden niet-controlediensten verstrekken aan de organisatie van openbaar belang die onderwerp van de assurance van de duurzaamheidsrapportering is, haar moederonderneming en de ondernemingen waarover zij de controle heeft binnen de Unie tijdens:
2. Een wettelijke auditor die of een auditkantoor dat voor organisaties van openbaar belang de assurance van de duurzaamheidsrapportering uitvoert en, indien de wettelijke auditor of het auditkantoor tot een netwerk behoort, een lid van dat netwerk, mag de entiteit van openbaar belang die aan assurance van duurzaamheidsrapportering onderworpen is, haar moederonderneming of de ondernemingen waarover zij de controle heeft andere niet-controlediensten leveren dan de verboden niet-controlediensten als bedoeld in lid 1 van dit artikel, of, in voorkomend geval, de verboden niet-controlediensten als bedoeld in artikel 5, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 537/2014, of diensten die naar het oordeel van de lidstaten een mogelijke bedreiging voor de onafhankelijkheid vormen als bedoeld in artikel 5, lid 2, van die verordening, mits het auditcomité daarmee instemt nadat het de bedreigingen van de onafhankelijkheid en de overeenkomstig artikel 22ter van deze Richtlijn toegepaste waarborgen goed heeft beoordeeld. 3. Indien een lid van een netwerk waartoe de wettelijke auditor die of het auditkantoor dat de assurance van duurzaamheidsrapportering van een organisatie van openbaar belang uitvoert, behoort, de in lid 1 van dit artikel bedoelde verboden niet-controlediensten levert aan een onderneming met rechtspersoonlijkheid in een derde land die wordt beheerst door de organisatie van openbaar belang die aan assurance van duurzaamheidsrapportering onderworpen is, beoordeelt de betrokken wettelijke auditor of het betrokken auditkantoor of zijn of haar onafhankelijkheid in het gedrang wordt gebracht door de levering van zulke diensten door het lid van het netwerk. Als zijn of haar onafhankelijkheid in het gedrang komt, past de wettelijke auditor of het auditkantoor veiligheidsmaatregelen toe om de bedreigingen als gevolg van het leveren van verboden niet-controlediensten als bedoeld in lid 1 van dit artikel in een derde land te beperken. De wettelijke auditor of het auditkantoor mag de assurance van duurzaamheidsrapportering van de organisatie van openbaar belang uitsluitend blijven uitvoeren als hij, zij of het conform artikel 22ter kan rechtvaardigen dat het verlenen van zulke diensten zijn of haar professionele oordeelsvorming en de assuranceverklaring over de duurzaamheidsrapportering niet beïnvloedt. Artikel 25quinquies Onregelmatigheden Artikel 7 van Verordening (EU) nr. 537/2014 is van overeenkomstige toepassing op een wettelijke auditor die of een auditkantoor dat de assurance van duurzaamheidsrapportering van een organisatie van openbaar belang uitvoert.”. |
15) | Het volgende artikel wordt ingevoegd: “Artikel 26bis Assurancestandaarden voor duurzaamheidsrapportering 1. De lidstaten eisen dat wettelijke auditors en auditkantoren de assurance van duurzaamheidsrapportering uitvoeren met inachtneming van de assurancestandaarden die door de Commissie zijn vastgesteld overeenkomstig lid 3. 2. De lidstaten kunnen nationale assurancestandaarden, -procedures of -vereisten toepassen zolang de Commissie geen assurancestandaard betreffende hetzelfde onderwerp heeft vastgesteld. De lidstaten delen de nationale assurancestandaarden, -procedures of -vereisten, ten minste drie maanden voor de inwerkingtreding ervan, mede aan de Commissie. 3. De Commissie stelt in aanvulling op deze richtlijn uiterlijk op 1 oktober 2026 overeenkomstig artikel 48bis gedelegeerde handelingen vast teneinde te voorzien in beperkte assurancestandaarden die de procedures bepalen die de auditor of auditors en het auditkantoor of de auditkantoren moeten uitvoeren om zijn of haar of hun conclusies te trekken over de assurance van duurzaamheidsrapportering, met inbegrip van opdrachtplanning, risicobeoordeling en respons op risico’s, en van het soort conclusies die in de assuranceverklaring over de duurzaamheidsrapportering of, waar van toepassing, in de controleverklaring moeten worden opgenomen. De Commissie stelt in aanvulling op deze richtlijn uiterlijk op 1 oktober 2028 overeenkomstig artikel 48bis gedelegeerde handelingen vast teneinde te voorzien in standaarden voor een redelijke mate van zekerheid, na een beoordeling om te bepalen of een redelijke mate van zekerheid haalbaar is voor auditors en ondernemingen. Rekening houdend met de resultaten van die beoordeling en als het dientengevolge passend is, wordt in die gedelegeerde handelingen bepaald vanaf welke datum het in artikel 34, lid 1, tweede alinea, punt a bis), bedoelde oordeel moet worden gebaseerd op een op die assurancestandaarden gebaseerde assuranceopdracht met een redelijke mate van zekerheid. De Commissie kan de in de eerste en tweede alinea bedoelde assurancestandaarden enkel goedkeuren indien zij:
|
16) | Het volgende artikel wordt ingevoegd: “Artikel 27bis Assurance van geconsolideerde duurzaamheidsrapportering 1. De lidstaten zorgen in het geval van assuranceopdrachten betreffende geconsolideerde duurzaamheidsrapportering van een groep van ondernemingen voor het volgende:
De door de groepsauditor bijgehouden documenten moeten van dien aard zijn dat de betrokken bevoegde autoriteit in staat is het werk van de groepsauditor te beoordelen. De groepsauditor verzoekt voor de toepassing van de eerste alinea van dit lid, punt c), de onafhankelijke verlener/verleners van assurancediensten, de auditor(s) van een derde land, de wettelijke auditor(s), de auditorganisatie(s) of het auditkantoor/de auditkantoren van een derde land om instemming met de overdracht van relevante documentatie tijdens de uitvoering van de assurance van geconsolideerde duurzaamheidsrapportering, als voorwaarde voor de groepsauditor om zich te kunnen baseren op het werk van die onafhankelijke verlener/verleners van assurancediensten, auditor(s) van een derde land, wettelijke auditor(s), auditorganisatie(s) of dat auditkantoor/die auditkantoren van een derde land. 2. Wanneer de groepsauditor niet kan voldoen aan de in lid 1, eerste alinea, punt c), gestelde eisen, neemt hij of zij passende maatregelen en stelt hij of zij de betrokken bevoegde autoriteit daarvan in kennis. Dergelijke maatregelen kunnen, waar passend, onder meer inhouden dat aanvullende assurancewerkzaamheden bij de betrokken dochteronderneming rechtstreeks dan wel door uitbesteding worden uitgevoerd. 3. Wanneer de groepsauditor het onderwerp is van een kwaliteitsbeoordeling of een onderzoek naar de assurance van geconsolideerde duurzaamheidsrapportering van een groep van ondernemingen, stelt de groepsauditor op verzoek de relevante documentatie die hij of zij bijhoudt over de assurancewerkzaamheden die voor de doeleinden van de assurance van duurzaamheidsrapportering zijn verricht door de respectieve onafhankelijke verlener(s) van assurancediensten, auditor(s) van een derde land, wettelijke auditor(s), auditorganisatie(s) of het auditkantoor/de auditkantoren van een derde land, ter beschikking van de bevoegde autoriteit, met inbegrip van eventuele werkdocumenten die relevant zijn voor de assurance van geconsolideerde duurzaamheidsrapportering. De bevoegde autoriteit kan de betrokken bevoegde autoriteiten om aanvullende documentatie verzoeken over de assurancewerkzaamheden die met het oog op de assurance van geconsolideerde duurzaamheidsrapportage zijn verricht door een wettelijke auditor(s) of auditkantoor/auditkantoren, op grond van artikel 36. Wanneer de assurance van duurzaamheidsrapportering van een moederonderneming of een dochteronderneming van een groep van ondernemingen wordt uitgevoerd door een auditor(s) of auditorganisatie(s) van een derde land, kan de bevoegde autoriteit de betrokken bevoegde autoriteiten van derde landen verzoeken om aanvullende documentatie over de assurancewerkzaamheden die zijn verricht door een auditor(s) of auditorganisatie(s) van een derde land, door middel van werkregelingen. In afwijking van de derde alinea, is de groepsauditor, wanneer de assurance van duurzaamheidsrapportering van een moederonderneming of een dochteronderneming van een groep van ondernemingen is uitgevoerd door (een) onafhankelijke verlener(s) van assurancediensten, (een) auditor(s) of (een) auditorganisatie(s) van een derde land die geen werkregelingen heeft/hebben, op verzoek ook verantwoordelijk voor een correcte levering van de aanvullende documentatie van de door die onafhankelijke verlener(s) van assurancediensten, auditor(s) of auditorganisatie(s) van een derde land verrichte assurancewerkzaamheden, met inbegrip van de werkdocumenten die relevant zijn voor de assurance van geconsolideerde duurzaamheidsrapportage. Om deze levering te verzekeren, behoudt de groepsauditor een kopie van deze documentatie of komt hij of zij met de onafhankelijke verlener(s) van assurancediensten, auditor(s) of auditorganisatie(s) van een derde land overeen dat hij of zij op verzoek onbeperkte toegang heeft tot dergelijke documentatie, of neemt hij of zij andere passende maatregelen. Wanneer assurancewerkdocumenten om juridische of andere redenen niet door een derde land kunnen worden doorgegeven aan de groepsauditor, omvat de door de groepsauditor bewaarde documentatie bewijs dat hij, zij of het de juiste procedures heeft gevolgd om toegang te krijgen tot de assurancedocumenten, en bewijs van eventuele niet-juridische beletsels die voortvloeien uit de wetgeving van het betrokken derde land.”. |
17) | In artikel 28, lid 2, wordt punt e) vervangen door:
|
18) | Het volgende artikel wordt ingevoegd: “Artikel 28bis Assuranceverklaring over de duurzaamheidsrapportering 1. De wettelijke auditor(s) of het auditkantoor of de auditkantoren presenteert/presenteren de resultaten van de assurance van de duurzaamheidsrapportering in een assuranceverklaring over de duurzaamheidsrapportage. De verklaring wordt opgesteld overeenkomstig de vereisten betreffende controlestandaarden die de Commissie heeft vastgesteld door middel van de op grond van artikel 26bis, lid 3, vastgestelde gedelegeerde handelingen, of, in afwachting van de vaststelling van die standaarden door de Commissie, overeenkomstig de in artikel 26bis, lid 2, bedoelde nationale assurancestandaarden. 2. De assuranceverklaring over de duurzaamheidsrapportering wordt schriftelijk opgesteld en:
3. Indien de assurance van de duurzaamheidsrapportering door meer dan één wettelijke auditor of auditkantoor is uitgevoerd, dienen zij overeenstemming te bereiken over de resultaten van de assurance van de duurzaamheidsrapportering en een gezamenlijk verslag uit te brengen en een gezamenlijk oordeel af te geven. In geval van verschil van mening geeft elke wettelijke auditor of elk auditkantoor zijn/haar oordeel af in een aparte alinea van de assuranceverklaring over de duurzaamheidsrapportering, met vermelding van de redenen voor het verschil van mening. 4. De assuranceverklaring over de duurzaamheidsrapportering wordt ondertekend en gedagtekend door de wettelijke auditor die de assurance van de duurzaamheidsrapportering uitvoert. Indien de assurance van de duurzaamheidsrapportering wordt uitgevoerd door een auditkantoor, wordt de assuranceverklaring over de duurzaamheidsrapportering ondertekend door ten minste de wettelijke auditor(s) die namens het auditkantoor de assurance van duurzaamheidsrapportering heeft/hebben uitgevoerd. Indien meer dan één wettelijke auditor of auditkantoor tegelijkertijd de assurance van duurzaamheidsrapportering hebben uitgevoerd, wordt de assuranceverklaring over de duurzaamheidsrapportering ondertekend door alle wettelijke auditors of ten minste de wettelijke auditors die de assurance van de duurzaamheidsrapportering namens elk auditkantoor hebben uitgevoerd. In uitzonderlijke omstandigheden kunnen de lidstaten bepalen dat die handtekening/handtekeningen niet openbaar hoeft/hoeven te worden gemaakt indien dit tot een imminente en aanzienlijke bedreiging voor iemands persoonlijke veiligheid zou kunnen leiden. De naam/namen van de betrokken(en) is/zijn in ieder geval bekend bij de betrokken bevoegde autoriteiten. 5. Wanneer de wettelijke controle van jaarrekeningen en de assurance van de duurzaamheidsrapportering door dezelfde wettelijke auditor worden uitgevoerd, kunnen de lidstaten eisen dat de assuranceverklaring over de duurzaamheidsrapportering wordt opgenomen als afzonderlijk onderdeel van de controleverklaring. 6. De verklaring van de wettelijke auditor of het auditkantoor over de duurzaamheidsrapportering voldoet aan de in de leden 1 tot en met 5 bepaalde vereisten.”. |
19) | Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:
|
20) | In artikel 30 worden de leden 1 en 2 vervangen door: “1. De lidstaten zorgen ervoor dat er effectieve onderzoeks- en sanctieregelingen bestaan om ontoereikend uitgevoerde wettelijke controles en assurance van duurzaamheidsrapportering op te sporen, te bestraffen en te voorkomen. 2. Onverminderd hun wettelijke aansprakelijkheidsregelingen leggen de lidstaten doeltreffende, evenredige en ontmoedigende sancties op aan wettelijke auditors en auditkantoren wanneer wettelijke controles en assurance van duurzaamheidsrapportering niet zijn uitgevoerd conform de bepalingen die zijn aangenomen ter uitvoering van deze richtlijn en, waar van toepassing, Verordening (EU) nr. 537/2014. De lidstaten kunnen besluiten geen regels vast te stellen voor bestuursrechtelijke sancties voor inbreuken die onder het nationale strafrecht vallen. In dat geval delen zij de Commissie mee welke strafrechtelijke bepalingen het betreft.”. |
21) | In artikel 30bis, lid 1, wordt het volgende punt ingevoegd:
|
22) | In artikel 30bis, lid 1, wordt het volgende punt ingevoegd:
|
23) | Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:
|
24) | Het volgende artikel wordt ingevoegd: “Artikel 36bis Regelingen tussen de lidstaten met betrekking tot de assurance van duurzaamheidsrapportering De vereisten van de artikelen 34 en 36 met betrekking tot de wettelijke controle van financiële overzichten zijn van overeenkomstige toepassing op de assurance van duurzaamheidsrapportering.”. |
25) | Artikel 37 wordt als volgt gewijzigd:
|
26) | Artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:
|
27) | Artikel 39 wordt als volgt gewijzigd:
|
28) | Artikel 45 wordt als volgt gewijzigd:
|
29) | Artikel 48bis wordt als volgt gewijzigd:
|